Introductie

Veel mensen schrijven over Japan en nog veel meer mensen denken iets te moeten zeggen over Japan.
Pas als je zelf veel hebt ontdekt in Japan blijkt het merendeel van wat geschreven en gezegd word incorrect, niet te begrijpen, stigmatiserend, uiterst gekleurd tot zelfs grote onzin.

Er zijn heel veel mensen echter met een oprechte interesse voor Japan en met name hun krijgscultuur Bushi in het westen beter bekend als Samurai.
Maar nog veel meer mensen zijn geïnteresseerd in het boeddhisme, doordat Japan een eilanden groep is hebben de vele continentale invloeden waaronder boeddhisme zich op hun traditionele manier kunnen handhaven.
Dit in tegenstelling tot het vaste land en met name China die eerst onder westerse invloed haar cultuur zag veranderen en feitelijk met de aanname van het communisme haar eigen cultuur, tradities en maatschappij om zeep hielp.
De Japanse cultuur is de enigste cultuur in de hele wereld die niet door de westerse kolonisatie werd beïnvloed of zoals zo vaak, omver werd geworpen.
Sterker nog Japan heeft zonder het zelf te weten de wereld behoed van een totale katholieke overheersing en westerse uitbuiting.
Nog veel belangrijker is de ongeschreven invloed van dit land op onze Vaderlandse geschiedenis en onze onafhankelijkheid!
Één persoon genaamd Jan Joosten van Lodenstein wiens verhaal in de novel van James Clavell en de wereld beroemde t.v serie Shogun totaal van kracht is ontdaan ten gunste van een Engels man, blijkt een cruciale rol te hebben gespeeld.

Herdenkingsplaat in centrum Tokyo met heel misplaatst het wapen van de V.O.C.

Mijn eerste stukken zullen gaan over hoe de Japanse cultuur zich heeft ontwikkeld en zullen een duidelijk beeld geven hoe de diverse Bushi families zich mengen in de strijd op invloed op het keizerlijke hof.
Zoals de japanners dat zelf doen zal ik elke periode uit de Japanse geschiedenis behandelen en al het werk dat u leest komt voort uit onderzoek van elf Japanse geschied deskundige.
Mijn speciale dank gaat uit naar Itasaka Gen diens zijn Kodansha encyclopedie van Japan als grote bron diende voor dit blog.

Dit blog schrijf ik uit respect voor Japan en haar inwoners maar met name voor mijn vrouw die zoveel kennis aan mij heeft overgegeven dat ik gewoon vond dat dit bewaard moet blijven zodat meer mensen toegang hebben tot het inzicht wat ik hierdoor heb verkregen.

Noot 1. op de achtergrond van dit blok ziet u de Keizerlijke chrysant dit is het wapen van de Keizerlijke familie van Japan en is één van de vele bloemen en planten die wij Nederlanders uit Japan hebben meegebracht.
De Keizerlijke familie heet Yamato en is de enige heersende bloedlijn die vanaf het begin tot nu heersers zijn over hun Keizerrijk.
Ondanks verwoede pogingen van zogenaamde liberale c.q. republikeinse landen deze staatvorm en dinasty omver te werpen.
Sinds de tweede wereldoorlog heeft géén één Japanse regering haar ambtstermijn uitgezeten.
Dit komt omdat tot op de dag van vandaag de Japanners de door de Amerikanen en geallieerde staatvorm van een democratie en de daarbij horende heersers niet als zodanig erkennen.

Asuka periode (593 n.c.- 710 n.c.)

Een periode die begint in het jaar 593 n.c., het jaar dat Keizerin Suiko werd gekroont en haar intrek deed in het Toyura paleis in Asuka, Yamato provincie.
De asuka periode is veelal gelijkgesteld aan het begin van de historische periode van Japan.
Vanaf deze periode in de Japanse geschiedenis zien wij dat deze niet meer door culturele veranderingen worden benoemd maar door machtovername's en het verplaatsen van de centrums van de macht.
In deze Asuka periode zijn echter meegenomen de periode na 645 n.c., wanneer Keizer Kotoku de hoofdstad(kyo) verplaatst naar Naniwa en de inhoud van de Taika hervorming aankondigt en uitvaardigt.
Maar ook de interval periode die begon in 694 n.c. als Keizerin Jito Fujiwarakyo betrekt en eindigt in 710 n.c. als de hoofdstad word verplaatst naar Heijokyo.

Boedisme en de afkomst van de bloedline van de Soga familie.

Asuka was het domein van de Soga familie, wiens leiders de titel Omi bezaten.
Deze diende het Yamato hof in ministerieele functies als financieel adminstrators en diplomaten, tevens waren zij de instrumenten voor het introduceren van het continentale leven, en dan met name het boedisme in Japan.
De Soga familie had ook het recht om consorten en echtgenotes te leveren aan de Keizerlijke bloedlijn.
Dit recht werd later toegewezen aan de Mononobe familie en de Nakatomi familie, beide hielden de titel Muraji en waren respectievelijk profesionele soldaten en beschermers van Shinto religieuse zaken.
De aanname van het Boedisme, geraporteerd in de Nihon Shoki als te zijn geintroduceerd in 552 n.c.(sommige bronnen vermelde ook het jaartal 538 n.c.) werd de bron van de rivaliteit tussen de Soga familie aan de ene kant en de Mononobe en Nakatomi families aan de andere kant.
In 587 n.c. deed de Soga familie onder aanvoering van Soga no Umako een aanval op Mononobe no Moriya, waarbij ze hem doden en zijn familie.
Hierdoor kwam de weg open te liggen voor Soga dominantie en de acceptatie van het boedisme.

Vroege tempels en de cultureele rol van Prins Shotoku.

In 588 n.c. volgens de Nihon Shoki gaf Soga no Umako de opdracht tot het bouwen van Asukadera, het eerste volledige Garan(tempelcomplex) in Japan.
In 593 n.c. bij de kroning van Keizerin Suiko verklaarde deze haar aanname van het boedisme en moedigde de bouw van tempels in Japan aan.
In het zelfde jaar volgens weer de Nihon Shoki gaf Prins Shotoku opdracht voor de bouw van Shitennoji.
In 605 n.c. betrok Shotoku die in 593 n.c. was aangesteld als regent van de Kroonprins Suiko zijn inwoning in Ikaruga, en liet rond deze tijd de tempel Ikarugadera bouwen.
In 604 n.c. vaardigde hij de zeventien artikelen grondwet uit waarbij er twaalf hof gradaties ontstonden(kan'i junikai systeem) de eerste stap naar de vervanging van het oude ji-kabane systeem.
In een opsomming in 624 n.c. staan 46 tempels met 816 monikken en 569 nonnen vermeld.
De constructie van Yakushiji werd in 680 n.c. gegeven door Keizer Temmu toen zijn consorte, die later zou regeren als Keizerin Jito ziek werd.

Keizerlijke paleisen.

De Nihon Shoki beschrijft het paleis van Keizer Kotoku, gebouwd tussen 645 n.c. tot 653 n.c. in de hoofdstad Naniwakyo als te mooi voor woorden.
Het word aangenomen dat het veel elementen zou hebben overgenomen van het Chinese model.
Asuka Kiyomihara no Miya, gebouwd in 672 n.c. door Keizer Temmu vertoonde veel Chinese paleis versieringen.
Het was gebruikelijk gedurende de Asuka periode dat elke Keizer zijn eigen of meerdere paleisen bouwde.
Iets wat de politieke stabiliteit ten goede kwam, Fujiwara no Miya bewoond tussen 694 n.c. tot 710 n.c. door Keizerin Jito en haar opvolgers; Mommu en Gemmei was het eerste multigenerationele paleis van Japan.

De Taika hervormingen.

Na de dood van Prins Shotoku in 622 en Soga no Umako in 626 werd het manipuleren van de opvolging van de Keizerlijke lijn steeds moeilijker.
In 645 speelde Nakatomi no Kamatari(later bekent als Fujiwara no Kamatari) en Prins Naka no Oe(later regerend als Keizer Tenji van 661 tot 672) een leidende rol in de coup in welke Soga ni Iruka, de kleinzoon van Umako werd vermoord.
Het hof werd verplaatst van het Soga domein Naniwa.
Vier uitvoeringdecreten uitgevaardigd in 646 lagen aan de basis van een aandurende hervorming die bekent werd als de Taika hervorming.
Deze behandelde de controle over landgoederen en overheidsstructuren.
De inhoud van de decreten zorgde voor de behoefde van landsgrenzen(jori systeem), het heffen van belastingen(so,yo en cho) en het aanwijzen van families en individuelen die verantwoordelijk waren voor het cultiveren(handen shuju systeem).
Tegen 649 waren er acht staats ministeries en een nieuw systeem van 19 gelederen voor de edelen aan het hof gerealiseerd.

De regeerperiode van Keizers Tenji en Temmu.

De binnenlandse veiligheid in het kielzog van de Taika hervormingen werd bedreigd door Silla.
Een Japanse expeditie werd gestuurd naar het koreaanse schiereiland ter verdediging van het koninkrijk Paekche met wie Japan sterke banden had, tegen Silla en zijn sterke bondgenoot Tang China.
Gedurende de regeerperiode van Keizer Tenji werd de Japanse marine verslagen in een beslissende slag met de Tang(slag van Hakusonko) en verdween het koninkrijk Paekche.
Keizer Tenji ging met pensioen in 672, zijn zoon Prins Otomo was de gewensde opvolger maar was verslagen gedurende de Jinshin opstand door Tenji's broer Temmu.
Deze maakte verdere hervormingen in het systeem in het inhuren van regionale en centrale buraucraten en stelde acht ere titels (yakusa no kabane) in 684 en intieerde het opstellen en verspreiden van wetten en statuten in 689 genaamd als de Asuka Kiyomihara code.
Dit was de eerste Japanse wettelijke code die de wetgeving verdeelde in criminele wetten(ritsu) en administratieve regels (ryo) en vormde de basis van de uitgebreide Taiho code van 701.

Cultuur.

Sterk beinvloed door het boedisme was de Asuka cultuur een mix van chinese cultuur gebracht naar Japan door kereaanse imigranten(toraijin).
deze waren specialisten in vele velden waaronder; priesters, tempelbouwers en dakpannen makers, tevens introduceerde zij de confusise klassiekers, continentale muziek en dans en Chinese hof ceremonies.
De cultuur die zich zo ontwikkelde werd aan het einde van de Asuka periode ook wel Hakuho cultuur genoemd.
Bijna alle kunst uit de Asuka periode is gerelateerd aan de aanbidding van boedha.
De shaka triade(623) in Horyuji door Kuratsukuri no Tori is een werk dat sterk beinvloed is door de sculptuurkunst van de noordelijke Wei stijl, en is een van de vroeg boedistische beelden in Japan.
Een ander belangrijk stuk uit dezelfde periode is de zittende Miroku boedha in Chuguji.
Een goed voorbeeld van de schilderstijl uit het midden van de zevende eeuw kan worden gevonden op de panelen van de Tamamushi schrijn, op welke diverse scenes te zijn van boedha's eerdere levens.
De beste voorbeelden van de Hakuho cultuur zijn de oost pagoda van Yakushiji en de Miroku boedha in Taimadera.

Kofun periode (ca. 300 n.c.- ca. 710 n.c.)

gedurende deze periode werden er grote grafheuvels (kofun) gebouwd voor de overledenen van de heersende elite klasse.
de periode is opgedeeld in drie fases: vroeg( 4de eeuw), midden(5de eeuw) en de late periode(6de en 7de eeuw).
het omvat de Asuka periode(593-710) de eerste staat van Japan; Yamato kwam in deze periode  tot ontwikkeling.
diplomatieke relaties werden aangegaan met de koreaanse staten en het chinese hof.
gebasseerd op de rijstlandbouw ontwikkeld in de yayoi-periode werd de economie gereorganiseerd in de late vijfde eeuw in de Be vorm.
erfelijke beroepsgroepen die de bevoorrading van het hof moesten voorzien van de nodige middelen om het hof leven in stand te houden.
boedisme werd geintroduceerd vanuit het koninkrijk peakche op het koreaanse schiereiland in het midden van de zesde eeuw.
de staatsinrichting werd in het midden van de zevende eeuw gereorganiseerd naar het staats administratieve model van de tang dynastie genoemd de taika hervorming.

ingeterpte graven.

vroege en midden kofun-periode worden gekaraktiriseerd door de kofun.
diverse grafheuvels werden nagelaten maar de meest uitzonderlijk waren de sleutelgat-tombe's.
vele van deze heuvels waren omringt door Haniwa(kleiobjecten).
de gootste vijfde eeuwse tombes zijn die van Nintoku en ojin mausoleums die zijn de situeerd in de osaka provincie.
de heuvels werden door heel westelijk japan gebouwd gedurende de zesde eeuw.
na de introductie van het boedisme in japan vanaf het continent in het midden van de zesde eeuw, gingen de  leiders van de japanse gemeenschap hun welvaart steeds meer toeleggen tot het creeeren van boedistische tempels.
het duurde dan ook niet lang voor men ook boedistische grafrituelen begonnen over te nemen.

staatsinrichting.

het is uit chinese kronieken bekent dat japan vele staatsbestellen huisveste aan het einde van de yayoi-periode, kuni genaamd.
al was er één yamatai genaamd is het nog steeds niet duidelijk of de naam yamatai overeenkomstig is met de vroege staat van yamato.
hedendaagse chinese archieven noemen vijf koningen van Wa, die mogelijk overeenkomen met bekende keizers uit de Nihon Shoki(kronieken van japan).
grote productiecomplexen voor steen, kralen,zout en keramiek zijn gevonden in en rond de Yamato provincie.
distributie studies hebben tevens aangetoond dat de Yamato provincie het centrum was van de productie en verspreiding van bronzen spiegels, welke belangrijke symbolische artikelen waren voor regionale leiders.
de organisatie van de handel om te voorzien in de behoefte van het hof werd het recht van de Yamato leiders gedurende de late kofun-periode.
analises van Kojiki(gegevens van oude materie) en de nihon shoki tonen dat de politieke leiders van de Yamato de heersers waren over heel het rijk aan het einde van de kofun periode.

Yayoi periode (ca. 300 v.c.- ca. 300 n.c.)

de yayoi periode is de eerste periode van intensieve landbouw samen met het gebruik van brons en ijzer, de naam aan deze periode komt van bepaalde karakteristieke aardewerk gevonden in de Bunkyo buurt, centrum tokyo in 1884.
natte rijst technologie, metaalbewerking en andere innovaties werden beetje  bij beetje geïntroduceerd uit de late bronstijd cultuur van het koreaanse schiereiland naar kyushu.
vandaar verspreide de natte rijstbouw zich snel over westelijk Japan en zo uiteindelijk naar het noord-oosten van Japan.
integenstelling tot de eerder aangenomen visie van de yayoi als een vreedzame boerengemeenschap cultuur word de periode steeds meer gezien als een periode van concurrerende stammen en oorlogsvoering.
Japan ontwikkelde in deze periode steeds meer een klasse systeem en kreeg het een staatsinrichting.

gemeenschappen.

dorpen in het begin van de yayoi-periode lagen in moerassig laagland waar het makkelijk was rijstvelden in te dijken en afwateringskanalen aan te leggen.
het verbouwen van graan was aangevuld met het verzamelen,jagen en schaaldieren tot de grote agrarische intensivering van de midden yayoi-periode.
de ontwikkeling van irrigatie systemen en het gebruik van ijzer gereedschap maakte het mogelijk om steeds meer van het drogere land te cultiveren, de grotere oogsten zorgde voor een grote populatiegroei.
de vele midden-yayoi dorpen van rieten-kuilhutten en verhoogde graanschuren waren veel omringt door aanzienelijke dorpsloten.
vanaf de midden-yayoi periode tot de late-yayoi periode werden de nederzettingen steeds vaker op defensief hoogland gebouwt met name op heuvelruggen.

cultuur.

al bleef men nog steeds stenen gereedschap gebruiken van jomon-cultuur, wisten de yayoi-mensen hoe ze ijzer moesten smeden en legeringen aan te brengen.
sommige dingen werden nog steeds van het continent geimporteerd maar tegen het einde van de yayoi periode wisten de japanners zelf hoe zij bronsen spiegels, bellen(dotaku) en bronzen wapens te maken.
technieken werden ontwikkeld voor bewerkte juwelen(magatama).
het yayoi aardewerk is een tranformatie van het jomon-aardewerk verweven met nieuwe technieken en vormen van het continent(langnek vasen).

archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat de yayoi mensen diverse religieuse festivals hielden voor diverse goden.
het gebruik om spullen te begraven met de doden kwam ook in deze periode tot ontwikkeling; spiegels, kralen en wapens van brons zijn ontdekt in veel graven uit deze periode.

internationale relaties.

een gouden zegel van de koning van de staat van na, wa en han is ontdekt in 1784 te shikanoshima in de provincie van fukuoka.
men neemt aan dat het een geschonken is aan een koning in een klein noordelijk kyushu land door de latere Han keizer, 57 n.c..
informatie over de yayoi cultuur is opgeschreven in de chinese dynastie histories  als de wei zhi(gishi).
relatief complexe politieke eenheden genaamd kuni worden hierin beschreven.
vele hiervan vielen onder de hegemonie van de yamatai, geregeerd door koningin himiko.
de yoshinogari residentie blijkt representatief te zijn voor het niveau van de ontwikkeling reflecterend aan de beschrijving van deze teksten.

Jomon periode (ca. 10.000 v.c.- ca. 300 v.c.)

Prehitorische periode in welke de volkeren van japan leefde door te jagen of eten te verzamelen.
deze periode in de geschiedenis word zo genoemd door de touw(jomon)verzieringen op het aardewerk.
de voorloper ervan was de paleolitische periode met als grote verschil de aanwezigheid van aardewerk en de periode word gevolgd door de yajoi-periode die zich kenmerkt door het gebruik van metalen en het verbouwen van natte rijst op rijsvelden.

de vroege jomon periode kenmerkt als een overgangsfase door de combinatie van paleolitische steenbewerkings technieken en het pottenbakken.
de wereld oudste aardewerk is gevonden bij onderzoek in de fukui grot in de prefecture van nagasaki van ongeveer 10.750 v.c. tot 10.000 v.c..

Begin en hoogtij van de jomon periode.

de grootste innavaties van de vroege en hoogtij van de jomon periode(ca. 7.500 v.c.-ca. 5.000 v.c.) was de optimalisatie van de oceaan en kust grondstoffen die leidde tot de eerste ophopingen van schelp heuvels.
in deze tijd bestond de jomon cultuur uit een verzameling van basis steen gereedschap, kuil huizen, kleifiguren en kordversierd aardewerk.
het aanwezig zijn van de schelpbergen geeft aan dat de economie in deze periode goed verdeeld was, niet alleen werd er vis en schelpdieren verzameld, maar herten en wilde varkens werden bejaagd en wilde zaden en planten werden ook verzameld.
vanaf deze periode werd de jomon cultuur in twee invloedsferen verdeeld; één die leefde van de voorzieningen van de loofboom bossen van oost japan en die van de tropische bossen van zuid-west japan en de archipel.
door opwarming van de aarde steeg de waterspiegel zo dat er moerassen onstonden die er voor zorgde dat meer gebruik kon worden gemaakt van zee-voedsel.
het is zelfs niet ondenkbaar dat in deze tijd(ca. 5.000 v.c.- ca. 3.500 v.c.) in west japan al op diepvissen werd gevist.

midden, late en eind van de jomon periode.

het centrum van de jomon cultuur verplaatst zich steeds meer van de kust naar het midden van de kanto-regio(oost japan), waar grote zittende dorpen tot ontwikkeling kwamen(ca. 3.500 v.c.-ca. 2.500 v.c.).
flamboyant versierd aardewerk en jomon figuurtjes komen uit deze periode.
in de late jomon periode ontstond een krachtige zeevaart economie langs de pacifische kust van oost japan.
de vissers uit deze periode hadden vele gereedschappen en technieken ontwikkelt die hun in staat stelde door werkelijk op diepzee vissen te vissen.
in de late jomon periode(ca. 1.000 v.c.-ca. 300 v.c.) ziet men een zelfde stijl van aardewerk langs de pacifische kust van noord Tohoku naar de japanse binnenzee regio.
de overeenkomsten in keramiek uit deze periode wijst op de mogelijkheid van regelmatig contact tussen de bewoners van Kyushu(zuid-west japan) en west japan met de koreaanse peninsula gedurende de late jomon periode.
de introductie van rijstverbouwing en de snelle verspreiding van de yayoi-cultuur maken een einde van de jomon leefwijze.